Geneeskunde of geneeswijze
Geschiedenis van de geneeskunde, evolutie, intuïtie en ervaring.
Onze oorspronkelijke Westerese geneeskunde vindt haar oorsprong voor een deel uit de volks- of natuurgeneeskunde die gebaseerd is op intuitie, ervaring en evolutie. Oorspronkelijk overgegeven van moeder op dochter, mondeling doorgegeven van de ene mens op de andere, van de ene mensensoort op de andere, van de ene stam op de andere, van de ene cultuur op de andere. Vanaf de intrede van landbouw en veeteelt is dit drastisch veranderd. Onze hedendaagse Westerse geneeskunde steunt op natuurwetenschap, op de techniek, het chemisch verwerken en ontrafelen van de aloude middelen. Zij ontkent dat er een identiteit is buiten het onderzoek en heeft de intuitie helemaal verlaten. Intuitie wordt niet getolereerd. De ervaring van de arts wordt mondjesmaat getolereerd maar wordt gezien als ouderwets. De evolutie wordt wel erkend in het laboratorium maar niet wat betreft de ontwikkeling en het leervermogen van de arts. Het andere deel is de leer van de Griekse arts en wijsgeer Hippocrates (460 v.C. – 370 v.C) die voor het eerste de geneeskunde in de Westerse wereld op papier heeft gezet. In de door hem in 400 v.C. opgestelde eed roept hij alle goden en godinnen om er op toe te zien dat degene die de eed aflegt zich hier ook aan houdt. Vanaf Hippocrates is de gedachte verlaten dat ziekte een bovennatuurlijke oorzaak heeft. Deze Griekse arts had in die tijd al een hele nieuwe, andere kijk op de geneeskunde. Hij introduceerde ervaring, kennis, een nauwkeurige observatie en een gedegen fysisch diagnostisch onderzoek. Hiermee stapte hij af van het toekennen van bovennatuurlijke oorzaken van ziekten en bracht hij de natuurlijke oorzaken van ziekten onder de aandacht. Daarbij benadrukte Hippocrates het belang van een goede hygiëne, van gezonde voeding, van frisse lucht en van een natuurlijk verloop van de processen in het lichaam. Hij was het die tot de uitspraak kwam: “laat uw voeding uw medicijn zijn en uw medicijn uw voeding”.Hippocrates wist al waartoe ons lichaam in staat is en dat een goed onderhouden lichaam tot heel veel in staat is.
Een heel bijzondere bijdrage heeft de evolutie geleverd. De evolutie heeft namelijk de mens, dier en plant voorzien van een uiterst efficient verdedigingssystemen dat is opgebouwd om wildgroei (ongecontroleerde celgroei) af te weren. Een goed werkend verdedigingssysteem doodt de cellen of zorgt ervoor dat ze zelfmoord plegen(apoptose). Dat effectieve en efficiënte verdedigingssysteem is het immuunsysteem, het machtigste orgaan van ons lichaam. De medicijnen en andere hulpmiddelen die ingezet werden om ziekten te voorkomen en zieken te genezen zoals planten, kruiden enz. dienden om het immuunsysteem te ondersteunen en te stimuleren zodat het kan doen waar het goed in is.
Onze hedendaagse geneeskunde heeft de volksgeneeskunde zo goed als verlaten en voor een deel Hippocrates, maar de niet-universitaire geneeskunde heeft beide visies omarmd om de mens gezond te houden en de patiënt te genezen. Beide zienswijzen hebben de overtuiging ziekten te voorkomen en zieken te genezen, de universitaire geneeskunde gebruikt de wetenschap en farmacie, de niet-universitaire alles om de natuurlijk aanwezige geneeskracht te stimuleren en te ondersteunen.
Met ingang van 1865 vormde het juridische intellect van de staatsman Johan Rudolph Thorbecke de basis van de Nederlandse gezondheidszorg. De Wet op het Hoger Onderwijs (1876) realiseerde dat het artsexamen alleen na academisch onderwijs mocht worden afgelegd. De Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG) bracht in 1993 een fundamentele herziening van de wetten van Thorbecke. Titelbescherming en beroepsregistratie worden daarin gecompleteerd door een toekenning van bevoegdheden tot het verrichten van zogeheten ‘voorbehouden handelingen’.
De ideale wereld
Het zou toch ideaal zijn om per patient te beoordelen welke aanpak voor deze persoon en deze specifieke aandoening hier het meest geschikt voor is, dat is pas personalized medicine ook wel precision medicine genoemd.
Tot nu toe
Tot vandaag de dag is onze gezondheid alleen maar bevorderd door een toegenomen welvaart, een goede hygiëne, de aanleg en het gebruik van riolering en de goede kwaliteit van drinkwater. Door welvaart zijn we in staat om goed voor ons zelf te zorgen en wat de hygiëne betreft moeten we het niet al te goed willen doen, denk maar aan de “hygiëne hypothese”. Wat hygiëne, riolering en drinkwater voor ons doen en betekenen kunnen we elke dag lezen in de media, veel mensen bij elkaar gepakt zonder deze voorzieningen zijn een prooi voor aandoeningen die wij al heel lang niet meer kennen zoals cholera, dysenterie.
Voor gezonde voeding geldt hetzelfde. Door de hedendaagse welvaart is iedereen in staat om zijn geld uit te geven aan volwaardige voeding, voeding die ons lichaam ondersteunt in alles.
Kanker
De groep kankerpatiënten wordt alsmaar groter, niet alleen omdat ze langer blijven leven, maar ook omdat er bij steeds meer mensen kanker ontdekt wordt. Uiteindelijk overlijden alle kankerpatiënten aan de bijwerkingen van de palliatieve therapie. Hier zijn uiteraard meerdere verklaringen voor te geven, de overlevingstijd wordt langer, mede omdat het eerder ontdekt wordt door ons bevolkingsscreening programma. En omdat de behandeling steeds meer gericht is om van kanker een chronische ziekten te maken.
Het woord genezing komen we niet meer tegen programma’s over acties tegen kanker. Kwaliteit van leven en kanker als een chronische ziekte, zijn de speerpunten van de campagnes.
Recent hebben we kunnen we lezen dat er onderzoek gedaan gaat worden naar kleine mogelijk maligne aandoeningen in de borst die eigenlijk helemaal niet zo maligne zijn . Deze kleine tumoren zijn verwijderd en nabehandeld en na een aantal jaren zijn deze patiënten genezen verklaard, maar wel van een kanker die ze nooit hebben gehad. Hebben we dan hier te maken met het fenomeen dat mensen die niets mankeren de beste prognose hebben? We hebben dit ook kunnen zien bij de prostaatkankerscreening. Bijna ieder man boven de 80 jaar heeft prostaatkanker maar gaat er niet aan dood, maar gaat er méé dood . Gelukkig is dat door de onderzoekers op tijd ingezien en is de screening gestopt.
Screening op kanker wordt steeds gevoeliger. Steeds eerder is die kwaadaardige cel te vinden en wanneer er zo snel mogelijk ingegrepen wordt is een gezonde mens de rest van zijn leven patiënt. Wat betreft de screening voor prostaat en de borstkanker hebben we dit gelukkig al ingezien en is hier al actie op ondernomen, maar wanneer er voor de overige veelvoorkomende vormen van kanker een uiters gevoelige screening gebruikt gaat worden die gericht is op patiënt vriendelijke methoden, als een “vloeibare biopsie” en het introduceren van e-honden die de eerdere snuffelhond vervangen, kan dit nog wel eens gaan lijden tot overdiagnostiek met alle gevolgen van dien. Deze methoden worden echter door ons met open armen ontvangen en zeker nadat iedereen is bang gemaakt voor aandoeningen waar we eigenlijk helemaal niet zo bang voor hoeven te zijn. En wanneer er kanker wordt ontdekt dan is chirurgie de behandeling die de kans op genezing mogelijk maakt. Alle andere aanvullende behandelingen als radiotherapie en chemotherapie (met een enkele uitzondering), immuuntherapie en targeted therapie zijn gericht op palliatie een langere overleving met als prijs bijwerkingen, tijdens en kort na de behandeling of na langere tijd. Immuuntherapie en targeted therapie worden momenteel gezien als de oplossing van het kankervraagstuk. Kanker als een chronische ziekte, een ziekte waarmee je oud kunt worden.